In het kort
Zijgevel van de kerk van Meedhuizen aan de Hoofdstraat nr. 6 met rechts de steunbeer. Rijksmonument nr. 12326. Foto: Gerard Dukker, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, mei 1965.
Reductie en fusie
De zuidkant van de kerk met rechts de steunbeer. Foto: ©Jur Kuipers.
Geschiedenis
Eeuwenlang al heeft de zandrug droge voeten gegeven aan vooral jagers, die vooral in de zomermaanden in de omgeving jagen. De monniken komen waarschijnlijk van een klooster in de omgeving, bijvoorbeeld de Grijze Monniken van Termunten, of van Palmar, het verdronken hoofddorp in de Dollard. Misschien zijn het monniken van Selwerd, Aduard of Appingedam. Ze hebben de opdracht gekregen om in Mithuysen een kerk te bouwen, van baksteen. Begonnen wordt met het zoeken naar een goede kleiput, om kloostermoppen te vormen. Die worden te drogen gelegd in weer en wind. Als de kloostermoppen droog genoeg zijn, worden ze gestookt in ovens van baksteen. Het zijn ervaren monniken geweest, want de stenen zijn goed doorbakken en sommigen voorzien van een glazuurlaag. Na een paar jaar van bouwen, staat er een zaalkerk zonder toren en met een dak van drie koepelgewelven van metselwerk. De kerk wordt gewijd naar de heilige Laurentius. Zo ongeveer moet het rond 1265 eraan toe gegaan zijn in Meedhuizen.
Nis bij de preekstoel. Foto: Jur Kuipers.
Inmiddels wordt het 2011 en is de kerk voor de zoveelste keer in haar bestaan gerestaureerd. De torenspits is aangepakt, gedeeltelijk is het metselwerk aan de buitenmuren opnieuw gevoegd, het uurwerk gerepareerd en het luidmechanisme nagekeken. Binnen in de kerk vindt het spannendste van de hele restauratie plaats. De oude stuclaag wordt verwijderd waardoor de binnenmuren hun geheimen gaan prijsgeven. Pijlers voor de gewelven worden zichtbaar, vroegere raampartijen, nissen, stukken eikenhout waaruit blijkt waar het koorhek heeft gezeten. Architect Willem van der Veen uit Groningen, heeft de leiding van de restauratie en heeft ervoor gekozen om oude, oorspronkelijke bouwelementen voor een groot gedeelte zichtbaar te houden. Daarmee krijgt de bijna 750 jaar oude kerk er een historische dimensie bij.
Een van de nissen. Foto: ©Jur Kuipers.
Betekenis van de nissen
Hagioscopen
Foto: Jur Kuipers.
Piscina
Marten Eertman orgel (1906). Foto: ©Jur Kuipers.
Het orgel
De voorzijde van de toren zoals gefotografeerd door ©Jur Kuipers.
Toren Het oudste deel van de toren is gebouwd in het begin van de 19e eeuw en in de 20e eeuw voorzien van een klamplaag. Aldus staat de oude toren in de huidige toren. Voordat de toren gebouwd wordt, maakt men gebruik van een houten driepoot met een luidklok, tegenover de kerk aan de andere kant van de straat. Dat is te zien op een oude getekende landkaart van Groningen in het Groninger Museum. Een luidklok is er niet alleen voor het aangeven van de tijd, bij diensten of bruiloften, maar wordt ook gebruikt bij gevaar. Bijvoorbeeld als de Noormannen regelmatig het land intrekken om te roven. Hierbij moeten we aantekenen dat het 'roven' door de Noormannen in recente onderzoeken in twijfel wordt getrokken en men denkt dat ze meer uit zijn geweest om te handelen met de lokale bevolking.
Op de toren staat een windvaan in de vorm van de wapens van de adellijke families Rengers en Van der Noot, ter ere van Edzard Rengers en Catharina van der Noot van 'De Borch tot Farmsum'.
Plattegrond van een Middeleeuwse kerk; niet specifiek van de kerk van Meedhuizen!
Koepelgewelven Rond 1700 worden de koepelgewelven verwijderd. Waarschijnlijk omdat die dreigen in te storten. Er komen zware balken en een dak, een ziende kap. Wanneer een dakconstructie duidelijk zichtbaar is vanuit de eronder liggende gebruiksruimte, wordt gesproken van een ziende kap. Er is dan dus nog geen zoldering aangebracht. Dat gebeurt een halve eeuw later en dan ook worden nog meer balken aangebracht. Dendrochronologisch onderzoek (jaarringenonderzoek) heeft de leeftijd van de balken vastgesteld. De vele smeedijzeren trekstangen die te zien zijn, zijn eveneens aangebracht rond 1700. De balken en trekstangen zijn nodig om de kerk letterlijk bijeen te houden. Vooral buiten aan de oostkant is goed te zien, dat de kerk zonder de trekstangen uit elkaar zou zijn gevallen. Waarschijnlijk ook in die tijd worden aan de zuidkant twee steunberen gemetseld. Daarvan is er nog maar één te zien. Volgens de historische bouwonderzoekers is de steunbeer bedoeld om tegenwicht te geven aan de zwaar hellende noordmuur.
De steunbeer aan de zuidoostzijde van de kerk. Foto: ©Jur Kuipers.
De steunbeer "De oude kerk stond eens te midden van hooge boomen. Ze zijn geveld, maar toen vertoonde ook de toren zijn gebreken. De herstelling bracht ook de nieuwe spits, die ons – als we hem vergelijken met zijn karakteristieke voorganger – niet kan bekoren. In 1896 werd in het achterste gedeelte der kerk 'n stuk uitgebroken, waarbij een stuk van de zwakke achtermuur wegviel. Het bleek een dubbele muur te zijn en – tot groote schrik van den koster – tuimelden drie geraamten naar voren, die daar in de tussschenruimte in staande houding waren ingemetseld[3]".
Skeletten en knekels
"t Wazzen reuzen, want ik heb nog nooit zoks groote menschen en geraamten zain!" Daarmee wordt de geheimzinnigheid en het wonder nog vergroot. De beenderen zijn opnieuw ter aarde besteld op 't oude kerkhof naast de plaats, waar hun rust is verstoord[3].
Steunbeer en nog meer skeletten Tot zover een relaas uit een oude krant. Bij de jongste restauratie begin 2010 wordt ook de steunbeer aangepakt. Er zal opnieuw gevoegd worden. Bij het slijpen van de oude voegen, stort plots een deel van de oude steunbeer in. De metselaar kijkt in het gat, bedenkt zich niet en gaat bellen met zijn opdrachtgever. In het gat liggen namelijk skeletten, mogelijk de skeletten uit de oostmuur. Verder onderzoek brengt aan het licht dat binnenin de steunbeer, die hol is, een ruimte is waarin knekels verzameld zijn, afkomstig van het kerkhof of de kerk zelf[3].
Knekelruimte? Hoe de toegang tot de knekelruimte is geweest kan niet achterhaald worden. Natuurlijk zijn diverse instanties snel ter plekke om het geheel te fotograferen, in kaart te brengen en te onderzoeken. Naar verluidt zijn de skeletten in zand gelegd en is de steunbeer opnieuw met metselwerk gesloten. Een gemetseld graf voor skeletten en knekels[3].
Interieur naar het oosten met in het midden de kansel. Foto: ©Jur Kuipers.
Uit de Groninger Archieven
Ten oosten: Het koor van de kerk met de steunbeer. Foto: ©Jur Kuipers.
Schandelijk onwaarheid De moeilijkheden die de in 1835 in Meedhuizen benoemde predikant Andreas Visscher heeft ondervonden bij zijn beroeping in Heveskes in 1845 worden door de kerkenraad van Meedhuizen met afgrijzen bekeken. Zij kunnen zich niet verenigen met 'het schandelijk de onwaarheid spreken' van kerkelijke en burgerlijke autoriteiten. Andreas Visscher heeft van 1835-1878 in Meedhuizen gestaan en 'de hooggeachte leraar en vriend' neemt in juni 1878 'hartelijk' afscheid van zijn geliefde gemeente na zijn ruim 43-jarige Evangeliedienst. Moeilijkheden met de collator zijn er in Meedhuizen nooit geweest. De kerkenraad verzet zich nimmer tegen de beslissing van de collator. Als de kerkenraad bij de benoeming van dominee Ulrich Jan Huber in 1878 aan de collator vraagt om een continuering van een uitkering uit de praebende-kas, die Andreas Visscher heeft genoten als aanvulling op zijn tractement, wordt dit door de collator zonder opgave van redenen geweigerd. De kerkenraad 'legt zich daar stil bij neer'.
Plattegrond (juni 1933) van de Laurentiuskerk van Meedhuizen opgetekend door W.A. Hemsing. Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Licentie: Creative Commons.
Meedhuizen is een rechtzinnige gemeente geweest, de kerkenraad zoekt steeds rechtzinnige herders. In 1959 keert de kerkenraad zich unaniem tegen de plannen van de 'Overleg Commissie Eemsmond' om aparte zielszorg voor vrijzinnigen in het leven te roepen 'omdat in plaatsen waar veel vrijzinnigen wonen, dezen onder een rechtzinnig predikant niets te kort komen, integendeel, want vrijzinnigen laten veel weg uit het evangelie en wie dat doet, zij vervloekt'. In juli 1961 wordt voor het eerst gesproken over combineren met andere gemeenten.
Sinds 1 november 1962 wordt in een persoonlijke combinatie (p.c.) nauw samengewerkt met de door de uitbreiding van Delfzijl bedreigde hervormde gemeenten Heveskes, Weiwerd en Oterdum. Op 1 januari 1968 volgt een volledige fusie tot de hervormde gemeente Oosterhoek - Meedhuizen. Een jaar later per 1 juli 1969 komt er een fusie met de hervormde gemeente Farmsum tot stand. De nieuwe naam luidt: hervormde gemeente Farmsum - Oosterhoek – Meedhuizen[4].
Slechts een klein deel van de oude stenen van de kerk zijn na de restauratie zichtbaar gebleven. Foto: ©Jur Kuipers.
Lijst van predikanten
De ingang van de kerk in de toren met stoep. Foto: ©Jur Kuipers.
Renovatie dak
Klok
Windvaan
Avondmaalsbeker Gravure: S. LOWWRENS [Sint Laurentius].N.B. Afgebeeld: APG, blz. 40/41. GDW, blz. 470, nr. [2550].
Grafzerk (zie hierboven) Wapen : Op een terras in een vaas zonder oren vijf rozen aan bladerloze stengels afwisselend niet vier rietbladeren. Helmteken: drie rozen aan bladerloze stengels. RUST JACOBS STERFLYK DEEL IN 'T GRAF / DIE D' KUDDE HYR ZIELVOETSEL GAF / DEES WORSTELAAR ZYN ZIEL RUST BOVEN / HET STERRENDAK OM GOD TE LOVEN / DAAR STEMPT HY IN MET D' ENGLENSCHAAR / GENIET VOLMAAKTE VREUGDE DAAR / EN LAAT VIER KINUREN BY DE MOEDER / BEVOLEN AN ISRAELS HOEDER. GDW, blz. 470, nr. [2551].
Interieur naar het westen met het orgel en daaronder de toegangsdeur naar de kerk. Foto: ©Jur Kuipers.
|
||||||||||||
|